Leesautobiografie

Sinds ik ben geboren werd ik al voorgelezen. Het meeste werd ik voorgelezen uit Jip en Janneke.
Ik begon een beetje met lezen in groep 2 en ik werd toen ook nog voorgelezen door mijn ouders. Midden groep 3 ben ik zelf gaan lezen. Ik lees nog steeds veel boeken en ik vind het heel erg leuk om te lezen.

Jip en Janneke.
 
Vroeger werd ik altijd voorgelezen uit Jip en Janneke. Ik kende veel verhaaltjes voor een deel luit mijn hoofd. Een verhaaltje is mij heel erg bijgebleven: Jip krijgt een staart. Vooral 1 stukje:

Jip zit bij de kapper. Knip, Knap zegt de schaar.
En Jip zegt: Au! Ik doe je geen pijn, zegt de kapper. Ben je nou een grote jongen? Je huilt al voor je geslagen wordt. Die zin maakte ik altijd af als ik werd voorgelezen.












De Gruffalo

De Gruffalo ziet er eng uit met slagtanden,vlijmscherpe klauwen, eeltige knieën, oranje ogen, paarse stekels, een tong zwart als drop en op de punt van zijn neus zit een gifgroene wrat.
Vroeger werd ik hier ook veel uit voorgelezen en nu herken ik nog bijna alle zinnen uit het boek.
















Pluk van de Petteflet.
 
Pluk had een klein rood kraanwagentje. Hij reed ermee door de hele stad en zocht naar een huis om in te wonen. Af en toe stopte hij. En dan vroeg hij aan de mensen: 'Weet u niet een huis voor me?'
Uiteindelijk vindt hij wat: het torentje van de Petteflet. Daar maakt hij kennis met de Stampertjes, mevrouw Helderder, Aagje en Zaza, maar ook met andere dieren als Dollie, Langhors en de Krullevaar kan hij het goed vinden.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten